-
1 omslaan
3 [met betrekking tot een pagina] turn (over)♦voorbeelden:4 de onkosten hoofdelijk omslaan • divide the costs (among the participants), go shares5 een jas/sjaal omslaan • put a coat/scarf on4 [omgebogen stand aannemen] turn down♦voorbeelden:omslaan als een blad aan een boom • make a U-turn/complete turnabout -
2 neerslaan
1 [scheikunde] precipitate, be precipitated♦voorbeelden:1 het metaal slaat neer op de elektrode • the metal precipitates/is precipitated on the electrodeII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [naar beneden slaan] turn down 〈 rand, kraag〉 ⇒ let down, lower 〈 klep〉, 〈 platmaken〉 beat down, 〈 platmaken〉 flatten2 [tegen de grond slaan] strike/knock down♦voorbeelden:de ogen neerslaan • lower one's eyes2 een opstand neerslaan • put down/crush a rebellion -
3 laag
laag1〈de〉1 [met betrekking tot een stof, voorwerpen] layer ⇒ 〈 beschermlaag〉 coating, 〈 dun〉 film, 〈 dun〉 sheet, 〈 geologie〉 bed, 〈 geologie〉 stratum, 〈 erts〉 deposit, 〈 verf〉 coat2 [stand in de maatschappij] stratum♦voorbeelden:1 een laag steenkool • a seam, a bed of coaleen dikke laag stof • a thick layer of dust〈 geologie〉 bovenliggende/onderliggende laag • overlying/underlying stratumde onderste lagen van de bevolking • the lower strata/ranks of society————————laag2♦voorbeelden:een laag vertrek • a low(-ceilinged) roomhet gas laag draaien • turn the gas downzijn gewicht/de prijs laag houden • keep one's weight/the price downte laag schatten • underestimateolieaandelen staan laag genoteerd • oil shares have been marked down/are lowde lire staat laag • the lira is low/downde barometer staat laag • the barometer is lowzijn eisen lager stellen • lower one's demandseen laag uitgesneden japon • a low(-necked/cut) dresszet jij de soep wat lager? • will you turn down the gas (under the soup)?〈 handel〉 de aandelen waren twee punten lager dan gisteren • shares were two points down on yesterday2 een lage daad begaan • commit a vile/foul deedeen laag karakter • a mean characteriemand laag behandelen • treat someone meanly -
4 verwerpen
3 [afkeuren bij stemming] reject; vote/turn down♦voorbeelden: -
5 afslaan
♦voorbeelden:1 zie je die fietser daar links afslaan? • do you see where that cyclist is turning left?II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [door slaan verdrijven] beat off5 [doen wegspoelen] wash away♦voorbeelden:een thermometer afslaan • shake down a thermometerde vijand/een aanval afslaan • beat off the enemy/an attack -
6 het geluid zachter zetten
het geluid zachter zettenturn down/lower the volume————————het geluid zachter zettenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het geluid zachter zetten
-
7 omvouwen
♦voorbeelden: -
8 weigeren
♦voorbeelden:de motor weigert • the engine won't startII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:een visum weigeren • withhold a visablijven weigeren om/te …, hardnekkig weigeren om/te … • be adamant in one's refusal to …weigeren iets te doen • refuse to do somethingiemand iets weigeren • deny someone somethingiets botweg/ronduit weigeren • refuse something point-blank/flatlyze kon het hem moeilijk weigeren • she couldn't very well refuse himgoederen weigeren • reject goodsje inzending is geweigerd • your entry has been rejectedvoedsel weigeren • refuse food -
9 afslaan
n. act of driving away, repulse, rejection--------v. turn the corner, veer, turn off; beat off, fight off, repel; refuse, reject, decline, turn down -
10 hand
1 [lichaamsdeel] hand♦voorbeelden:in andere handen komen • change handsblote handen • bare handsdie zaak is in goede/slechte handen • that matter is in good/bad handsin goede/verkeerde handen vallen • 〈 figuurlijk〉 fall into the right/wrong handsiemand de helpende hand bieden • lend someone a (helping) handniet met lege handen komen • not come empty-handed〈 figuurlijk〉 uit de losse hand • roughly, in an improvised wayiets met vaste hand doen • do something with a sure touch〈 figuurlijk〉 met vaste/krachtige hand regeren • rule with a firm/iron handhij is in veilige handen • he is in safe handsiemand (de) handen vol werk geven • give someone no end of work/troublede handen vol hebben aan iemand/iets • have one's hands full with someone/somethinghij heeft de handen meer dan vol • he has enough/too much on his platedat kost handen vol geld • that costs lots of moneyiets aan vreemde handen toevertrouwen • entrust something to strangershij heeft de handen niet vrij • he does not have a free hand〈 figuurlijk〉 de vrije hand hebben/krijgen • have/acquire a free handergens zijn handen niet aan vuil willen maken • refuse to soil one's hands with something〈 figuurlijk〉 ik draai er mijn hand niet voor om • 〈 ik heb er geen moeite mee〉 I think nothing of it; 〈 het kan me niet schelen〉 I don't care a rap (for it)iemand de hand drukken/geven/schudden • give someone one's hand, shake hands with someonedan kunnen we elkaar de hand geven • we're in the same boat〈 figuurlijk〉 iemand de hand boven het hoofd houden • 〈 aan zijn kant staan〉 stand by someone; 〈 iemand beschermen die iets misdaan heeft〉 protect someone〈 figuurlijk〉 de handen op elkaar krijgen • earn/get applause〈 figuurlijk〉 de hand op iets/iemand leggen • lay hands on someone/somethingiemands hand lezen • read someone's palmde hand lichten met het reglement • disregard the regulationselkaar de hand reiken • hold out a hand to each other 〈 ook figuurlijk〉; 〈 figuurlijk〉 reach out to each otherhanden schudden • shake handshij steekt geen/nooit een hand uit • he never does a stroke of workde hand over het hart strijken • 〈 figuurlijk〉 be lenient/soft-heartedhij kan zijn handen niet thuishouden • he can't keep his hands to himselfdaar wordt vaak de hand mee gelicht • that is often skimped/not taken seriously(mijn) hand erop! • you have/here's my hand on it!handen omhoog! (of ik schiet) • hands up!/ 〈 informeel〉stick 'em up! (or I'll shoot)handen thuis! • hands off!〈 figuurlijk〉 iets aan de hand hebben • 〈 met iets bezig zijn〉 have something going/on; 〈 bij iets betrokken zijn〉 be involved in somethingaan de hand van deze berekeningen • on the basis of these calculationsiemand een middel aan de hand doen tegen huiduitslag • put someone on to a good remedy for a rashniks aan de hand! • there's nothing the matteraan de hand van deze ervaringen concludeer ik … • in view of these experiences I conclude …iets achter de hand hebben • 〈 figuurlijk〉 have something to fall back on; 〈 heimelijk〉 have something up one's sleevewat geld achter de hand houden • keep some money for a rainy dayik heb mijn gummetje altijd vlak bij de hand • I always have my rubber near at handin de handen klappen • clap one's handsiemand iets in handen spelen • put something someone's wayiemand iets in de hand duwen/stoppen • slip/thrust something into someone's hands; 〈 figuurlijk〉 palm/fob someone off with somethingeen bewijs in handen hebben • have evidencehet onderzoek is in handen van N. • the investigation is being conducted by N.de markt in handen hebben • control/have control of the marketde politie heeft de zaak nu in handen • the police have the case in handde macht in handen hebben • have powerde toestand in de hand hebben • have the situation in handin handen vallen van de politie/de vijand • fall into the hands of the police/enemy〈 figuurlijk〉 iets met beide handen aangrijpen • jump at something; 〈 aanbod, gelegenheid ook〉 seize (upon) somethingmet de hand gemaakt/geschreven • hand-made/handwritten〈 figuurlijk〉 iemand naar zijn hand zetten • force/mould/bend someone to one's will, manage someone, twist someone round one's (little) fingeriets om handen hebben • have something to do〈 figuurlijk〉 iemand onder handen nemen • take someone in hand/to taskiemand op (de) handen dragen • 〈 figuurlijk〉 worship/idolize someonehand over hand toenemen • increase hand over fist, gain ground rapidlyiemand iets ter hand stellen • hand something (over) to someoneiets ter hand nemen • take something up, take something in hand, undertake somethinger komt niets uit zijn handen • he doesn't get anything doneuit de hand lopen • get out of handiemand het werk uit (de) handen nemen • take work off someone's handsiets van de hand doen • sell/part with/dispose of somethingvan hand tot hand gaan • be passed from hand to handgoed/duur van de hand gaan • sell well/at high prices 〈 van koopwaren〉dat is de meest voor de hand liggende conclusie • that is the most obvious conclusiongeen hand voor iemand/iets uitsteken • not lift a finger for someone/somethinghij heeft er geen hand naar uitgestoken • 〈 niets aan gedaan〉 he hasn't done a stroke of work on it; 〈 niets van gegeten〉 he hasn't touched itgeen hand voor ogen kunnen zien • 〈 figuurlijk〉 not be able to see one's hand in front of one('s face)ik heb maar twee handen! • I have only (got) one pair of hands!een verhaal van de hand van • a story (written) by3 de zieke is aan de beterende hand • the patient is on the mend/getting betteraan mijn rechter/linker hand • on my right/left (hand/side)aan de winnende hand zijn • be winning〈 figuurlijk〉 iemand op zijn hand hebben/krijgen • have/get someone on one's side¶ wat is er daar aan de hand? • what's going on there?〈 figuurlijk〉 alsof er niets aan de hand was • as if nothing had happened/was wronger is iets aan de hand • there's something the matter/upiets/iemand in de hand werken • encourage something/someone; 〈 iets ook〉 make for something; 〈 iemand ook〉 play into someone's hands〈 van personen〉 zwaar op de hand zijn • be heavy/ponderousop handen zijn • be (near) at hand/imminent/forthcomingvan de hand in de tand leven • live from hand to moutheen verzoek/voorstel van de hand wijzen • refuse a request 〈 verzoek〉; turn down a proposal 〈 voorstel〉 -
11 zacht
1 [niet hard] soft3 [met betrekking tot het weer] mild4 [met betrekking tot handelingen] gentle5 [zachtaardig] gentle9 [voordelig] modest♦voorbeelden:deze zeep is zacht voor uw handen • this soap is gentle to your hands3 een zacht klimaat • a mild/temperate climate4 zacht koken • boil gently, simmer5 een zacht karakter • a gentle character/disposition7 met zachte stem • in a quiet/soft voicehet geluid zachter zetten • turn down the volume11 zachter rijden • ease up, slow down -
12 afkeuren
n. refusal, rejection; discontent, dissatisfaction, displeasure--------v. refuse, reject, turn down; disapprove, express discontent, have reservations -
13 afstemmen
v. adjust, tune, adapt; turn down, reject -
14 afwijzen
n. rejection, refusal, repudiation, rebuff; denial--------v. turn down, refuse, reject, repudiate, rebuff, repulse, decline -
15 omvouwen
n. dog's-ear--------v. fold back, turn down, double -
16 openslaan
v. open, turn down -
17 weigeren
v. refuse, decline, misfire, miss, say nay, back out, pass up, turn down, deny, disallow, rebuff, back out of -
18 verwerpen
• to reject• to turn down -
19 afketsen
-
20 afkeuren
♦voorbeelden:hij is voor 70 % afgekeurd • he has a 70 % disability
См. также в других словарях:
turn-down — turnˈ down adjective Folded down noun 1. A turn down part 2. A turn down collar 3. A turning down, rejection • • • Main Entry: ↑turn … Useful english dictionary
turn|down — «TURN DOWN», adjective, noun. –adj. that is or can be turned down; folded or doubled down: »a turndown collar. –n. 1. the action of turning down; rejection: »turndowns on loan applications (Wall Street Journal). 2. a decline; downturn: »Finance… … Useful english dictionary
turn down — (someone/something) to refuse to accept or agree to something, or to someone s idea. The bank turned down their request for a loan. Go ahead and ask her out, if you re prepared for her to turn you down … New idioms dictionary
turn down — ► turn down 1) reject an offer or application of or from. 2) adjust a control on (a device) to reduce the volume, heat, etc. Main Entry: ↑turn … English terms dictionary
turn down — index decline (reject), disapprove (reject), disoblige, refuse, spurn Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton … Law dictionary
turn down — [v] reject decline, disapprove, dismiss, rebuff, refuse, reprobate, repudiate, say no, scorn, spurn, throw out; concepts 18,54 Ant. accept, ok, take … New thesaurus
turn down — verb 1. refuse to accept (Freq. 5) He refused my offer of hospitality • Syn: ↑refuse, ↑reject, ↑pass up, ↑decline • Ant: ↑accept ( … Useful english dictionary
turn down — phrasal verb [transitive] Word forms turn down : present tense I/you/we/they turn down he/she/it turns down present participle turning down past tense turned down past participle turned down 1) to not accept an offer or request How could you turn … English dictionary
turn down — 1) PHRASAL VERB If you turn down a person or their request or offer, you refuse their request or offer. [V n P] Before this I d have smiled and turned her down... [V n P] I thanked him for the offer but turned it down... [V P n (not pron)] Would… … English dictionary
turn down — {v.} 1. To reduce the loudness, brightness, or force of. * /The theater lights were turned down./ * /Turn down that radio, will you?/ * /The hose was throwing too much water so I turned down the water a little bit./ 2. To refuse to accept; reject … Dictionary of American idioms
turn down — {v.} 1. To reduce the loudness, brightness, or force of. * /The theater lights were turned down./ * /Turn down that radio, will you?/ * /The hose was throwing too much water so I turned down the water a little bit./ 2. To refuse to accept; reject … Dictionary of American idioms